De voorstelling zoekt de grens op tussen (pseudo-)wetenschap en fantasie, tussen amusement en maatschappijkritiek.
Het idee voor de voorstelling ontstaat in 2017. Het zal een werk van lange adem worden. We laten ons inspireren door de essays van de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han.
"We hebben inmiddels allang een samenleving van fitnessstudio’s, kantoortorens, banken, vliegvelden, winkelcentra en laboratoria voor gentechnologie. De maatschappij van de eenentwintigste eeuw is een prestatiesamenleving. De mensen van nu zijn ‘high potentials’, prestatiesubjecten. Ze zijn de ondernemer van hun ik."
- Byung-Chul Han
Samen met de intrede van de moderniteit ontwikkelt zich in de eerste helft van de twintigste eeuw een nieuwe gezondheidscultus, een KörperKultur. In deze nieuwe cultus van het lichaam gaat gezondheid hand in hand met efficiëntie.
De noodzaak van een efficiënte organisatie van het lichaam ontstond door de oprukkende mechanisatie van het productieapparaat. In 1857 introduceert een Poolse wetenschapper de term ergonomie of ergonometrie.
Die wetenschap gaat zich bezighouden met de meest efficiënte adaptatie van de omgeving aan het menselijk lichaam. Later bestudeert men ook hoe een gegeven orgaan, een ledemaat, optimaal kan werken in een omgeving. Elke lichamelijke component wordt vanaf dan beschouwd als een potentiële bron van productieve activiteit.
Lichaam en werktuig worden elkaars verlengde. Het menselijk lichaam wordt niet alleen meer gezien als een mechanisme dat goed onderhouden moet worden maar dat bovendien zo efficiënt mogelijk gebruikt moet worden.
Deze evolutie gaat onverdroten verder in onze huidige, sterk op prestatie gerichte samenleving. De maatschappij is zo geëvolueerd dat de mens nu vrij is om zichzelf te creëren, als de ondernemer van het eigen ik.
Maar die evolutie heeft zijn eigen ziekten gecreëerd. De technische defecten van de hedendaagse mens zijn neurologisch: mensen zijn vermoeid of depressief, hebben een burn-out of een zenuwinzinking, lijden aan ADHD of borderline.
Tijdens het creatieproces werkte Bolwerk samen met een uitgebreid team. Vaste waarden zijn Wouter Verdegem (Productions en Zonen), Thomas Logghe (Charmezaken) en Ward Sulmont. We noemen hen het Triumviraat: een bont trio van freelance acteurs, makers en bedenkers uit het Gentse waar Bolwerk al vaak mee samenwerkte. Later sloot ook Eline Vyncke aan vanuit de stroppenstad.
Eind 2016 brengt het Brusselse Wiels (Centrum voor Hedendaagse Kunst) Bolwerk in contact met Boîte à Clous. Een Brussels collectief van kunstenaars uit verschillende disciplines. Ze zijn sterk in objecten -en marionettentheater en houden van experimenten met andere artiesten en hun praktijken. We dienen samen een project in bij Cultuur/Culture, het cultureel samenwerkingsakkoord tussen de Nederlandstalige en de Franstalige gemeenschap.
Enkele maanden later (april 2017) is Boîte à Clous gedurende enkele weken op residentie in het Bolwerk atelier. Samen creëren we installaties, nemen we video's op en ontwikkelen we de grafiek van de voorstelling. In de zomer presenteren we het resultaat van de artistieke samenwerking in Brussel en Kortrijk. De voorstelling is nog niet af maar dankzij deze samenwerking zetten we stappen in het creatieproces. We leren bij en wisselen uit op het vlak van artistieke praktijk, contacten en netwerken in Brussel.
Behalve Boîte à Clous en het Triumviraat zijn er een pak mensen die de realisatie van deze productie mogelijk maakten. De kostuums zijn een ontwerp van Griet Herssens. Sarah Markewich leende haar stem voor de voice over van de video. Die werd opgenomen in de studio van Quindo. Pascal Wanseele hielp Bolwerk bij het bouwen van één van de installaties. Voor de video werkten we volgens de filosofie van Jongbloed samen met studenten en pas afgestudeerden (Dante Coussement, Koen Deboiserie, Maxime Mylle en Antonino Scodrani). Bijzondere dank ook aan Vyrecup Recycling voor de steun.
Creatieperiode | 2016 - 2020 |
Dankzij | Cultuur/Culture - Provincie West-Vlaanderen en alle bovenvermelde medestanders |
Foto's | © Cramakamarky |